Als Nederlanders in een restaurant het eten niet goed vinden, maken ze dat (bijna) nooit kenbaar op het moment dat de ober vraagt of alles naar wens is. Dat kreeg ik vaak te horen tijdens de interviews – die ik voor mijn boeken voerde – met ondernemers en managers uit verschillende landen en culturen. Er zijn 3 redenen waarom Nederlanders hun emoties liever in toom houden en terugdeinzen voor het aangaan van confrontaties.
De mate waarin we ons als mens bedreigd voelen door onzekere situaties – zoals het coronavirus – is deels cultureel bepaald. Hoe gaan mensen om met een leven dat onvoorspelbaar is: proberen ze zoveel mogelijk onzekerheden te vermijden, of accepteren ze dat het leven gaat zoals het gaat?
Tijdens een gastcollege aan de Hogeschool in Amsterdam keek ik de groep internationale studenten regelmatig rond en scande – zonder me ervan bewust te zijn – de studenten op afkomst: “Die blonde jongen met blauwe ogen komt vast uit Noord-Europa, dat Aziatisch meisje vooraan waarschijnlijk uit een Oosters land; en die stille jongen met Afrikaanse looks zou weleens uit Suriname kunnen komen.”
Handjes schudden, drie zoenen geven en hier en daar een omhelzing – menig werkgever en werknemer ziet als een berg op tegen de komende nieuwjaarsborrels. Wanneer geef je iemand een hand en wanneer drie kussen? En wat is het moment dat de band zo ‘warm’ is dat een handdruk als ‘koel’ wordt ervaren?
Ieder jaar halen miljoenen Nederlanders tijdens de feestdagen (Sinterklaas, Kerst en Oud & Nieuw) hun gourmetstel uit de kast. Glunderend pielen we urenlang met kleine stukjes vlees, aardappelschijfjes, reepjes paprika en champignons in poppenhuispannetjes om vervolgens een uur in de wind te stinken. Hoe komt het toch dat gourmetten zo aanslaat in Nederland en wat zegt dat over de Nederlandse (zakelijke) cultuur?
Nederland kent de beste werk-privébalans. Het positieve daaraan is dat die balans goed is voor de gezondheid en vaak als prettig wordt ervaren door mensen uit andere landen. Helaas heeft deze mentaliteit ook een keerzijde. Door het feminiene karakter in combinatie met de hang naar vrijheid en gelijkheid zien we de klant eerder als gelijke dan als koning.
Toen de talkshowpresentator Beau van Ervan Dorens een maand geleden begon met zijn praatprogramma Beau, koos hij voor een ander decor: een minidesk en een bank . Hij wilde weleens wat anders dan die eeuwige tafel met stoelen eromheen die je bij Nederlandse talkshows altijd ziet. Zijn nieuwe opstelling leverde hem veel kritiek op. Afgelopen vrijdag was hij te gast bij De Wereld Draait Door waar hij zich hardop afvroeg: ”Waarom zitten mensen allemaal aan tafel in Nederland?” `
“Wie had je net aan de lijn?” vroeg de Nederlandse Margriet aan haar Egyptische man. Ze had flarden van zijn telefoongesprekken opgevangen. Tijdens het eerste gesprek had hij boos geklonken, bij het tweede gesprek daarentegen vrolijk. “Dat was mijn collega,” vertelde haar man, waarop Margriet vroeg: ”En wie had je de tweede keer aan de telefoon?” Haar man keek haar verbaasd aan en zei: “Diezelfde collega.” Margriet kon niet geloven dat haar man tegenover dezelfde persoon zoveel wisselende emoties had geuit binnen zo korte tijd.
Echte koningsverering kennen we hier niet. Toch wordt in geen enkel land de verjaardag van een koning of koningin zo uitbundig gevierd als in Nederland. Uitgedost in oranje varen we over de grachten, drinken we bier op festivals, eten we oranje tompoezen, verkopen we oude troep van zolder, borrelen we met de buren of doen we lekker helemaal niks. Koningsdag is echter meer dan spijkerpoepen, feestvieren en koopjes scoren op de vrijmarkt. Waarom zou deze feestdag anders zo populair zijn?
“Ik heb een goede deal gesloten met een Spaanse aannemer,” zei de inkoper van de Nederlandse reisorganisatie waarvoor ik werkte. “Je komt in een prachtig appartementencomplex.”
Recente reacties