“Daar heb je hem weer,” zei mijn collega. Ik kon een zucht niet onderdrukken, toen de Indiër voor de derde keer bij mijn balie kwam staan. Hij stelde dezelfde vraag als de dag ervoor en de dag daarvoor: “Could you please check for me if it is possible to change my ticket?”
Als je samenwerkt met andere culturen kom je nog weleens voor verrassingen te staan: de Chinees zegt niet eerlijk waar het op staat, in België zegt men ‘ja’ terwijl men ‘nee’ bedoelt, de Indiër lijkt zijn belofte niet na te komen. Intercultureel samenwerken leidt regelmatig tot onbegrip, misverstanden en ergernissen.
Afgelopen dinsdag werd ik uitgenodigd om deel te nemen aan een paneldiscussie over de Nederlandse identiteit. Die vond plaats tijdens de lancering van Nederwonderland, het nieuwe boek van de Chinese auteur Lulu Wang. Lulu schreef haar nieuwe boek in opdracht van haar vader die nog in China woont: “Leg mij eens uit hoe het komt dat een klein land als Nederland zo succesvol is.”
Ken jij een Nederlander die op Koningsdag blij wakker wordt, omdat de koning jarig is? Ik niet. Echte koningsverering kennen we hier niet. Toch wordt in geen enkel land de verjaardag van een koning of koningin zo uitbundig gevierd als in Nederland – met als meest opmerkelijke kenmerk: de rommelmarkt. Wie gaat er nou in z’n vrije tijd oude troep verkopen op straat?
Voor het magazine MD, een tijdschrift voor talent- en managementontwikkeling schreef ik dit artikel over samenwerken met verschillende culturen.
Dagelijks worden we geconfronteerd met het feit dat we niet weten wat er morgen gaat gebeuren: de toekomst is onzeker, en toch leven we gewoon door. Iedere cultuur heeft zijn eigen methodes om stress, die veroorzaakt wordt door onzekerheid, te verlichten. Zo kunnen wetten en regels een samenleving een veilig gevoel geven.
Het regenseizoen is weer begonnen. En dan heb ik het niet over de herfst, maar over de prijzenregen die jaarlijks over ons land neerdaalt. Awards, ondernemersprijzen en themaprijzen passeren in alle soorten en maten de revue: Gouden Televier-Ring, de Top 2000, Quote 500 en de sportman- en vrouw van het jaar. Hoewel we In Nederland niet zo van de heldenverering zijn – van helden vinden we vooral dat ze zo gewoon mogelijk moeten blijven – komen er steeds meer landelijke en regionale awards bij.
Woest was hij. “Waar zijn mijn brommers gebleven?” raasde de Spaanse eigenaar van het brommerverhuurbedrijf. “Eh, dat weet ik niet,” stamelde ik. “Ze zijn er mee vandoor gegaan.” De eigenaar zwaaide wild met z’n armen en riep woorden naar ons, waarvan ik de betekenis nog niet kende. Totaal overrompeld door zijn heftige emoties wisten mijn collega en ik niet goed hoe we moesten reageren.
Toen ik voor mijn boek Tutti frutti een drukker zocht, besloot ik spontaan bij een drukkerij in eigen regio binnen te lopen. De deur zat op slot en ik moest aanbellen. Vervolgens bleek er geen receptie of ontvangstruimte te zijn. Daar stond ik in de hal en wachtte af. Totdat iemand de moeite nam om naar me toe te komen: “Heeft u een afspraak?” “ Eh, nee, ik heb alleen een vraagje.” De medewerker raakte licht in paniek. Hij vertelde me dat ze druk bezig waren met de productie en dat ik voor mijn vraag echt een afspraak moest maken. Daarna drukte hij een visitekaartje in mijn handen en werkte me de deur uit. Ik was duidelijk een storende factor: met mijn onverwachtse bezoek schiep ik verwarring en irritatie. Wat deze drukkerij zich niet realiseerde, was dat dankzij deze ‘hartelijke’ ontvangst een grote opdracht aan hun neus voorbijging.
“Je spreekt nog steeds niet goed Frans, hè?” zei mijn Franse ex-bazin, toen ik spontaan het hotel binnenliep waar ik twee maanden daarvoor met veel plezier stage had gelopen. Enigszins verbijsterd – want binnen enkele maanden een vreemde taal vloeiend spreken lijkt mij een onmogelijke opgave – zei ik: “Dat klopt, ik spreek drie vreemde talen redelijk: Engels, Frans en Duits. En u, hoeveel vreemde talen spreekt u?” Ik kreeg geen antwoord.
Recente reacties