Ik bedoel het niet persoonlijk, hoor!
Toen de Franse Ketty Lollia, voor een optreden als professioneel danser, voor het eerst naar Nederland kwam, was ze onder de indruk van de openheid en vriendelijkheid van de Nederlanders. Omdat deze positieve indruk bleef hangen en Ketty een internationale carrière ambieerde, besloot ze te gaan solliciteren in Nederland. Intussen leerde ze de Nederlandse taal. Dolblij was ze toen ze – met dank aan haar talenknobbel – in 2005 werd aangenomen bij IBM. Samen met haar dochter verhuisde ze naar Nederland.
Hoewel ze het al snel naar haar zin had, merkte Ketty na verloop van tijd dat Nederlanders ondanks hun vriendelijkheid in zekere zin ook oppervlakkig en afstandelijk konden zijn: “In Frankrijk waren de contacten met mijn collega’s veel intensiever; er werd veel meer tijd en aandacht besteed aan arbeidsrelaties. Ik miste dat in Nederland. Zo kwam ik een keer via Facebook erachter dat mijn collega ging verhuizen en hulp nodig had. Ik heb hem toen gebeld en mijn hulp aangeboden, waarop hij heel verbaasd reageerde. Hij begreep mijn bedoeling niet direct.”
Nederland is een taakgericht land. Dat betekent het vertrouwen binnen een arbeidsrelatie vaak is gebaseerd op kennis en capaciteiten: “Je levert goed werk, dus ik vertrouw je.” Frankrijk daarentegen is een relatiegericht land, waarbij vertrouwen gebaseerd is op persoonlijk contact: “Ik vertrouw je en werk graag samen met je, omdat we elkaar op persoonlijk vlak kennen en veel tijd met elkaar doorbrengen.”
Privé of zakelijk?
Naast ‘vertrouwen’ is er een ander cultureel fenomeen dat in het verhaal van Ketty naar voren komt, namelijk ‘betrokkenheid’: de mate waarin je iemand anders toelaat tot specifieke of uiteenlopende terreinen van je levensruimten en/of persoonlijkheid. Met andere woorden: wanneer is iets privé en wanneer is iets zakelijk? En in hoeverre zijn die twee wel of niet van elkaar gescheiden?
In hun boek Over de grenzen van cultuur beschrijven Fons Trompenaars en Charles Hampden-Turner de verschillen tussen specifieke en diffuse culturen. Specifieke culturen zijn culturen, waarbij zakelijk en privé strikt gescheiden zijn. Diffuse culturen zijn culturen waarbij privé en zakelijke kwesties door elkaar heen lopen. Wat betreft specifiek of diffuus lopen de verschillen tussen landen nogal uiteen.
Antwoord A of B?
Dat blijkt uit de reacties op een situatie die Trompenaars en Hampden-Turner voorlegden bij hun deelnemers: “Je baas vraagt je of je hem wilt helpen met het schilderen van zijn huis. Zeg je dan:
A. “Nee, daar heb ik geen zin in. Hij is wel mijn baas, maar niet buiten mijn werk.”
B. “Ook al heb ik er geen zin in, ik zal het toch maar doen. Hij is per slot van rekening mijn baas; daar kun je ook buiten het werk niet aan voorbijgaan.”
De landen die het hoogst scoorden op antwoord A waren Zweden en Nederland. Dit zijn specifieke culturen. Een Nederlandse of Zweedse werknemer zal zijn baas dan ook niet zo snel de helpende hand toesteken: “Ja doei, dat staat niet in mijn contract.”
Welke terreinen privé of openbaar zijn, verschilt per cultuur. Voor veel Nederlanders bijvoorbeeld is hun huis privé. Zakelijke relaties zullen ze niet snel thuis uitnodigen. Hetzelfde geldt voor emoties: in Nederland wordt heftige emoties uiten of je geduld verliezen op het werk meestal als onprofessioneel beschouwd. Uitbarstingen kun je beter voor thuis bewaren.
De landen die het hoogst scoorden op antwoord B waren China en Nepal. Dit zijn diffuse culturen, waar werk en privé veel meer door elkaar heen lopen en alles veel meer samenhangt met elkaar. Mensen uit diffuse culturen zullen sneller geraakt zijn als ze kritiek krijgen op hun werk. Ze kunnen kritiek opvatten als een persoonlijke aanval. Vanuit de specifieke cultuur zal degene die kritiek geeft dat verzachten met een opmerking als: “Ik bedoel het niet persoonlijk, hoor.” Om gezichtsverlies te voorkomen, nemen mensen uit diffuse culturen dan ook liever ruim de tijd alvorens ter zake te komen.
Gasten en vis blijven maar drie dagen fris
De afgelopen jaren hoorde ik veel verhalen over misverstanden op het gebied van betrokkenheid. Zo werkte Carola Beers een tijdje in het buitenland. Toen zij alweer geruime tijd in Nederland woonde, belde een goede vriendin uit Australië haar op om aan te kondigen dat ze twee weken naar Nederland kwam. “Wat leuk,” zei Carola. “Zal ik je helpen met het zoeken naar een leuk hotelletje?” Tot Carola’s verbazing was haar Australische vriendin geschokt over het feit dat Carola haar niet uitnodigde om bij haar in huis te komen logeren.
Vanwege een verbouwing kwam het Carola echter niet goed uit om op dat moment een logee in huis te hebben. Ook voelde een verblijf van twee weken als een inbreuk op haar privacy. Er is niet voor niets de uitdrukking: “Gasten en vis blijven maar drie dagen fris. ”Desalniettemin wilde Carola graag tijd met haar vriendin doorbrengen. De bedoelingen van Carola waren goed, maar de teleurstelling bij haar Australische vriendin was zo groot dat de vriendschap een behoorlijke knauw kreeg.
Onbewust gedrag
De mate waarin je iemand toelaat tot bepaalde terreinen (ruimtes of persoonlijkheid) van je leven is cultureel bepaald. Zowel de Franse Ketty als de Australische betraden onbewust privé terrein van hun Nederlandse college en vriendin; ze kregen een reactie die ze niet verwachtten.
Moraal van het verhaal? Als je niet weet wat wel en niet kan in een andere cultuur, neem dan een afwachtende houding aan: waar praat de ander wel of juist niet over (small talk)? In hoeverre uit de ander zijn of haar emoties? En waar word je wel of niet voor uitgenodigd? Zodra je je bewust bent van je eigen cultuur én op de hoogte bent van de culturele verschillen op het gebied van ‘betrokkenheid’ , zul je al snel inzien dat bedoelingen meestal goed zijn – en confrontaties zelden persoonlijk.
Saskia Maarse is intercultureel spreker, trainer en auteur. Ze geeft lezingen en workshops over cultuurverschillen, cultural awareness en de Nederlandse (zakelijke) cultuur in relatie tot andere culturen.