Engeland, Julie Perkins, boek Tutti frutti, het succes van kleurrijk en ondernemend Nederland

NAAM: JULIE PERKINS
BEDRIJF: SPECSAVERS
IN NEDERAND SINDS: 2002

Volgens de Britse Julie Perkins en haar familie zou ondernemen in Nederland niet moeilijk hoeven zijn, want: “Iedereen spreekt daar Engels.” Dat viel een beetje tegen. De Nederlandse cultuur bleek toch anders te zijn dan de Britse. Maar met veel passie en een professionele leidingstijl creëerde ze een gezond en prettig werkklimaat. Ze heeft zich de Hollandse bescheiden- en nuchterheid eigen gemaakt en die gecombineerd met haar Britse prestatiedrang en humor. Hierdoor is het haar gelukt de optiekketen Specsavers met inmiddels 117 vestigingen in Nederland stevig op de kaart te zetten.


1. Sinds wanneer ben je in Nederland?

In 2002 heb ik me definitief in Nederland gevestigd. Daarvoor reisde ik regelmatig heen en weer tussen Engeland en Nederland.

2. Hoe ben je ondernemer geworden en waarom?
Het ondernemerschap is mij met de paplepel ingegoten. Vanaf de tafeltennistafel in hun logeerkamer die als kantoor werd gebruikt, richtten mijn ouders in 1984 Specsavers op. Hun doel was om de best mogelijke oogzorg te bieden tegen betaalbare prijzen met een goede klantenservice. Ze bedachten een samenwerkingsvorm waarbinnen opticiens en audiciens op een leuke en veilige manier konden ondernemen en een winstdeling konden krijgen, met als basis een goede begeleiding. Dit bleek een groot succes dat eind jaren 80 een ware revolutie teweegbracht op de Britse optiekmarkt. Specsavers is een echt familiebedrijf. Wij (mijn ouders, mijn broer, mijn zus en ik) runnen dit bedrijf samen, waarbij ik country director van Nederland ben. Heel onbevangen zijn we naar Nederland gekomen om te kijken of we dit succes ook in andere landen konden voortzetten. Vanwege de afstand en de taal leek Nederland een voor de hand liggende keuze. “In Nederland spreken ze allemaal Engels, dus dat is makkelijk,” dachten we.

3. Ben je problemen tegengekomen toen je ondernemer wilde worden?
Toen ik in 1997 onze eerste winkel in Haarlem opende, bleek ondernemen in Nederland niet zo eenvoudig als we dachten. De Nederlandse consument is wat kritischer dan de Britse en loyaal naar zijn huidige opticien. Ik leerde dat het opbouwen van relaties in Nederland heel belangrijk is, net als sociaal netwerken. Tijdens koffie- en lunchnetwerkbijeenkomsten wordt vaak waardevolle informatie uitgewisseld. De afgelopen jaren zijn we enorm gegroeid: niet alleen in aantal winkels, maar ook als merk. In 2012 werden we door het Nederlandse publiek uitgeroepen tot Beste Optiekketen 2012. Daarnaast is Specsavers geëindigd in de top 3 van beste winkelketens van Nederland en daar zijn we natuurlijk heel trots op. Maatschappelijk verantwoord ondernemen vind ik heel belangrijk en daarom heb ik een eigen stichting opgericht: Stichting Specsavers Steunt, waarbij elke winkel goede doelen in de regio kan steunen.

4. Wat zijn de verschillen tussen het ondernemen in Nederland en Engeland?
Een groot verschil tussen Engeland en Nederland vind ik de bescheidenheid van de mensen. Nederlandse werknemers willen wel erkenning krijgen voor hun werk, maar vinden het moeilijk om over hun eigen successen te praten. Ik heb veel tijd gestoken in het aanmoedigen van onze medewerkers om trots te zijn op je succes en resultaten. Er is veel respect op de werkvloer tussen de verschillende lagen. Ik denk dat wij bij Specsavers een goede balans hebben gevonden tussen de Britse prestatiedrang en winnaarsmentaliteit en de Hollandse bescheiden- en nuchterheid. Wij werken veel met bonussen, verkiezingen en awards. Toen wij voor het eerst een interne verkiezing organiseerden voor ‘beste winkel retailer’ tussen de winkeleigenaren, verbaasde het ons dat niemand zich inschreef. Toen we dat veranderden van ‘beste winkels’ naar ‘beste winkelteams’, gebeurde dat wel. Ik vind dat goede prestaties altijd beloond moeten worden. Dat werkt stimulerend en je houdt elkaar scherp.
Wat me ook direct opviel in Nederland, was dat werken in de retailbranche – met name in een winkel – niet als een carrière wordt gezien. “Ik werk in een winkel,” wordt er dan gezegd. In een winkel maak je geen carrière; je rolt er toevallig in. Doodzonde, vind ik. In Engeland is dat heel anders: daar betekent werken in de retail wel degelijk een carrière met een behoorlijk toekomstperspectief. Daarom vinden wij training zo belangrijk. In het begin zijn we meteen gestart met een trainingsacademie en ieder jaar zijn er cursussen voor al het personeel. Hiermee bieden we niet alleen goede carrièrekansen; maar er ontstaat daardoor ook veel meer passie, loyaliteit en hart voor de zaak.

5. Wat vind je typisch Nederlands als het gaat om zaken doen en ondernemen?
Typisch Nederlands vind ik het delen van problemen en de openheid binnen de vergadercultuur. Soms wordt er wel heel veel koffie gedronken en iets te weinig besloten. Uiteindelijk moet je natuurlijk gewoon knopen doorhakken en een besluit nemen. Wat ik heel erg leuk vind aan de Nederlanders, is de algemene vriendelijkheid op de werkvloer. Het gedag zeggen tegen elkaar bij binnenkomst en vertrek, het gezamenlijke lunchen dat vooraf gaat met een “Eet smakelijk”. En ook de interesse in elkaar: “Hoe was je weekend?” of “Hoe was je vakantie?” Dat ‘gezellige’ kletsen zie je ook op de Engelse werkvloer, maar in mindere mate; en ik denk dat het juist heel belangrijk is, omdat dat juist bijdraagt aan een gemoedelijke sfeer op het werk.

6. Wat heb je meegenomen vanuit de Engelse en Nederlandse cultuur?
Vanuit Engeland de prestatiedrang en winnaarsmentaliteit. Vanuit Nederland het gemoedelijke en de besluitvorming volgens het ‘poldermodel’: niet alleen gaan voor je eigen prestaties, maar ook voor het gehele team.

7. Wil je ooit terug naar Engeland?
Never say never, maar ik ben dol op Nederland en het ondernemen hier is nog steeds een uitdaging.

8. Wat is het geheim van je succes?
Mijn sleutelwoorden zijn passie en kwaliteit. Net als verantwoordelijkheid nemen voor je eigen acties.
Ik ben een groot voorstander van een adult way van leidinggeven. Je hoeft me niet te bellen met de vraag of je wat later mag komen, omdat je wasmachine stuk is. Doe gewoon wat je denkt dat goed is en stel prioriteiten. Als goede werknemer weet je gewoon dat je je werk af moet maken en niet moet zeuren als je 20 minuten langer moet werken. Wij kennen geen ‘9 tot 5’-mentaliteit. Daar tegenover staan mooie beloningen voor goede prestaties, veel opleidingen en een prettige werksfeer.

9. Wat is je favoriete stuk fruit en waarom? #tuttifrutti
De mango: daar zit dezelfde zoetigheid in als in chocola.

10. Wat is je favoriete Hollandse product en/of locatie?
Favoriete product: poffertjes. Mijn favoriete locatie is mijn woonplaats Naarden-Vesting: mooi en authentiek.


TIPS van Julie

1. Heb passie en hou kwaliteit altijd voor ogen
2. Zorg dat je met professionele mensen werkt
3. Neem verantwoordelijkheid voor al je acties
4. Ga mee met je tijd

Lees ook het blog: Koning, keizer, admiraal

Dit interview is gepubliceerd in het boek Tutti frutti (2013)

“Ondernemen in Nederland bleek niet zo eenvoudig als we dachten”