NAAM: WAN TUNG
BEDRIJF: ASIAN PARADISE
IN NEDERLAND SINDS: 1982
Zoals zoveel van zijn landgenoten groeide de Chinese Wan Tung op in een familie van ondernemers en uitbaters van Chinese restaurants. Het ondernemen en gastheerschap zit als het ware in zijn genen. Al op 19-jarige leeftijd opende hij, samen met zijn zus, zijn eerste restaurant in Utrecht. Beiden zijn inmiddels hun eigen weg gegaan en Wan vond zijn ondernemersgeluk in Flevoland. Daar is hij nooit meer weggegaan, omdat hij zich er vanaf het eerste moment thuis voelde. De pioniersmentaliteit van de bewoners van het ‘nieuwe land’ stimuleert hem enorm. De aanschaf van zijn eerste restaurant in Zeewolde was binnen een half uur beslist. Inspelend op de veranderende smaak en behoeften van zijn klanten is hij daarnaast in 2006 met het wokrestaurant Asian Paradise gestart. Wan heeft een sterke band met zijn collega-ondernemers en is in het dorp én ver daarbuiten inmiddels uitgegroeid tot een begrip.
1. Sinds wanneer ben je in Nederland?
Mijn vader is in 1979 als toerist naar Nederland gekomen. Toen hij eenmaal zijn verblijfsvergunning had, liet hij in 1982 zijn vrouw en vier kinderen overkomen. Ik was toen elf jaar.
2. Hoe ben je ondernemer geworden en waarom?
Mijn vader werkte in het afhaalrestaurant van zijn broer in Delft en heeft die zaak later overgenomen. Vanaf begin jaren 90 ging men meer uit eten en mijn ouders speelden daarop in door een nieuwe formule te ontwikkelen. Ze creëerden meer gezelligheid in het restaurant door bijvoorbeeld de tafels mooi te dekken. Drie jaar later verkocht mijn vader de zaak en nam hij een ander restaurant over in Utrecht. De hele familie werkte mee: zodra ik uit school kwam, moest ik ook meehelpen.
Op 19-jarige leeftijd opende ik samen met mijn zus mijn eerste restaurant: een combi tussen een Hollandse snackbar en een Chinees à la carte restaurant. Na twee jaar kregen we een mooi bod en verkochten we de zaak weer. Mijn zus en zwager begonnen een luxe snackbar in Almere.
Omdat Flevoland mij aansprak, besloot ik te kijken wat de mogelijkheden daar waren. In 1996 viel mijn oog op een advertentie waarin een restaurant in Zeewolde te koop werd aangeboden. De locatie beviel me: strand, haven, centraal gelegen en woonwijken in de buurt. Binnen een half uur had ik besloten. Aanvankelijk richtten de meeste Chinese restaurants zich op Indonesische gerechten zoals nasi en bami, omdat de Hollanders dat lekker vonden. Maar uiteindelijk werden de menukaarten steeds verder uitgebreid met Chinese specialiteiten.
Na twee jaar werd mijn restaurant Ocean Paradise te klein en wilde ik graag uitbreiden. Omdat ik mij vanaf het begin thuis voelde in Zeewolde, wilde ik daar graag blijven. Ik kreeg de kans om in 2004 een stuk grond te kopen. Ik besloot een wokrestaurant te openen, want dat leek me een goede formule: de gasten konden zien hoe de gerechten werden klaargemaakt. Het fenomeen ‘wokken’ bleek aan te slaan: het bracht gezelligheid en dynamiek met zich mee. Ik kan nu veel meer gasten ontvangen dan ik ooit met een à la carte restaurant had kunnen realiseren.
Ik voel me op m’n gemak tussen alle andere ondernemers in Zeewolde. Wij stimuleren elkaar en dat is heel prettig. Je omgeving is tenslotte heel belangrijk en bepalend voor je bedrijf. Het moet je gegund worden en daarom vind ik het belangrijk om als ondernemer ook maatschappelijk betrokken te zijn. In China hebben ze daar een mooie uitdrukking voor: “Als je water uit de put haalt, mag je nooit vergeten wie de put gebouwd heeft.”
3. Ben je problemen tegengekomen toen je ondernemer wilde worden?
Nee, helemaal niet.
4. Wat zijn de verschillen tussen het ondernemen in Nederland en China?
Chinezen hebben een enorm doorzettingsvermogen en zijn bereid hard te werken, zodat ze met hun 60e met pensioen kunnen. Chinezen zijn net vogels: ze strijken daar neer waar het beter is. Als ze ergens anders sneller geld kunnen verdienen, verkassen ze met gemak. Als Chinezen zich ergens vestigen kijken ze eerst waar vraag naar is: in Nederland is dat het Chinese restaurant met aanvankelijk Indonesisch eten, in Italië beginnen ze een pizzeria, maar in Spanje bijvoorbeeld zitten ze in het ‘leer’. Chinezen zitten voor 80% in de horeca en voor 20% in de import en export. Zij kijken veel meer naar hun omgeving en laten zich daar, meer dan Nederlanders, door beïnvloeden.‘ Wat hij kan, kan ik ook” denken ze dan en gaan het vervolgens ook doen. Chinezen gaan meer voor hard werken, terwijl Nederlanders studeren veel belangrijker vinden. Maar studie zegt niks over ondernemerschap. Ik zie genoeg LTS’ers om me heen die grote bedrijven hebben opgezet. Met hen kun je een oorlog winnen.
5. Wat vind je typisch Nederlands als het gaat om zaken doen en ondernemen?
In Nederland is het af en toe ‘te’ goed geregeld, waardoor men zich minder druk maakt om familie. In onze opvoeding krijgen wij altijd de boodschap mee: “Denk aan je broers en zussen.” Als één familielid het goed heeft, moet de rest van de familie daarvan kunnen meeprofiteren. Je hebt tenslotte dezelfde vader en moeder. Chinezen zullen altijd klaar staan voor hun kinderen. Ik hoor Nederlanders nog weleens zeggen: “De kinderen zijn getrouwd, ze moeten het nu maar zelf uitzoeken.” Dat zul je Chinezen nooit horen zeggen. Zij lenen elkaar geld en werken als familie veel meer samen. In Nederland hoeft dat niet, dankzij de overheid die het – wat dat betreft – een stuk eenvoudiger maakt.
Verder verbaas ik mij over de eetcultuur: Nederlanders doen op zondag helemaal niets en halen eten, terwijl Chinezen juist gaan koken als ze vrij zijn. Dan staan ze de hele dag in de keuken: zodat ze de rest van de week – als ze laat thuis komen van hun werk – eventueel iets kunnen opwarmen. Nederlanders daarentegen koken juist door de week veel en op zondag niet, waardoor ze door de week nog drukker zijn. En ze hebben het al zo druk. ‘Ja’ is bij Nederlanders ‘ja’ en ‘nee’ is ‘nee’. In China heb je die zekerheid niet, dat heeft ook met gezichtsverlies te maken. Ik vind de Nederlanders ook af en toe te direct, het mag best wel wat genuanceerder. Al moet ik eerlijk zeggen dat ik ook wel de voordelen van die directheid heb gezien. Als je ondernemer bent, zeker in de horeca, dan moet je eerlijk zijn, zeker in een dorp.
6. Wat heb je meegenomen vanuit de Chinese en de Nederlandse cultuur?
Vanuit China: het gaan voor het goede leven, vallen en opstaan en niet bij de pakken neerzitten. Eerlijk zijn, afspraken nakomen en netjes en schoon zijn heb ik uit de Nederlandse cultuur overgenomen.
7. Wil je ooit terug naar China?
Niet om te wonen. Wel om af en toe naar toe te gaan, maar mijn wortels liggen inmiddels hier.
8. Wat is het geheim van je succes?
Geloof in jezelf is heel belangrijk, net als kwaliteit. Kwaliteit wint het altijd. Verder houd ik mijn oren en ogen open en probeer ik altijd met de tijd mee te gaan. Timing is heel belangrijk.
9. Wat is je favoriete stuk fruit en waarom? #tuttifrutti
De Chinese peer, die is iets zoeter dan de Nederlandse.
10. Wat is je favoriete Hollandse product en/of locatie?
Mijn favoriete product: de Hollandse biefstuk. En als locatie Zeewolde natuurlijk!
TIPS van Wan
1. Doe waar je goed in bent
2. Wees eerlijk
3. Kun je iets niet, laat het een ander doen
4. Kom je beloftes na en hou je aan je afspraak
Dit interview is gepubliceerd in het boek Tutti frutti (2013)