NAAM: MARIA GENOVA
BEDRIJF: MARIA GENOVA
IN NEDERLAND SINDS: 1991
De liefde bracht de Bulgaarse Maria Genova naar Nederland. Haar aankomst op Schiphol zal ze nooit vergeten. Ze was bang om teruggestuurd te worden, maar mocht na een vluchtige controle doorlopen. Was dit de grens? Ging dat echt zo makkelijk? Hoewel ze erg moest wennen aan Nederland, wilde Maria zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren en een baan vinden. Haar droom om journaliste te worden kwam uit, toen ze – ondanks het gebrek aan opleiding, ervaring en referenties – werd aangenomen bij een plaatselijke krant. Dat ze als braaf communistisch meisje nog eens schrijfster zou worden, had ze vooraf nooit kunnen bedenken. Haast bij toeval ontdekte ze dat er geen goede boeken over het communisme waren: wel over de feiten, maar niet over hoe mensen het hadden beleefd. Dat was reden genoeg voor haar om een toegankelijk humoristisch boek te schrijven over het communisme: Communisme, seks en leugens. Ze kreeg de smaak te pakken. Er volgden meerdere boeken, en: met succes. Inmiddels geeft Maria regelmatig lezingen en redigeert ze schrijfwerk van andere schrijvers.
1. Sinds wanneer ben je in Nederland?
Ik ben in 1973 geboren in Plovdiv, Bulgarije. In 1990 was ik klaar met mijn gymnasium. Ik stond op het punt om journalistiek te gaan studeren toen ik Frank, mijn Nederlandse man, ontmoette. Hij was in Bulgarije voor een wintersportvakantie en we werden verliefd. Na die vakantie kwam hij me nog een aantal keer opzoeken. Op een dag zei hij: “ En nu is het tijd dat jij naar Nederland komt.” Dat was in 1991.
Als je je jeugd achter een Muur of een IJzeren Gordijn hebt doorgebracht, is het heel spannend om voor het eerst een grens over te gaan. Mijn aankomst op Schiphol zal ik dan ook nooit vergeten. Hoewel mijn papieren klopten, was ik op de een of andere manier toch bang dat ze me terug zouden sturen. Maar de Nederlandse marechaussee checkte alles vluchtig en liet me door. Was dit de grens? Ging dat echt zo makkelijk? Later heb ik nog vele andere grenzen gepasseerd, maar geen enkele grens heeft zo’n grote indruk op me gemaakt als de snelle doorlating op Schiphol.
2. Hoe ben je ondernemer geworden en waarom?
Na drie maanden schreef ik me in op een universiteit voor een marketingopleiding. Ik haalde met gemak achten en negens, al was mijn Nederlands nog helemaal niet goed. Maar de examens in Nederland bleken vrij eenvoudig. Een beetje leren en logisch nadenken en je had al een goed cijfer. Een verademing was dat vergeleken met het Bulgaarse systeem, waarbij we hele boekwerken uit ons hoofd moesten leren. Doordat ik goede cijfers haalde, had ik tijd over om mijn Nederlands te perfectioneren. Dat deed ik door aan de lopende band grammaticaboeken te lezen. “Echt saai,” zei mijn vriend, maar het stampwerk was ik gewend vanuit het Oost-Europese onderwijs. Ik wilde zo snel mogelijk aan de slag, gewoon een leuke baan was voldoende. Maar ik merkte dat mijn Oost-Europese afkomst tegen me werkte, met als gevolg dat ik nooit werd uitgenodigd voor een gesprek. Op een dag zag ik een advertentie in de krant voor mijn droombaan als journalist. Maar ik had niets: geen opleiding, geen ervaring en geen referenties. Om ervoor te zorgen dat ik uitgenodigd zou worden, besloot ik eerlijk te schrijven waarom ik deze baan wilde. Simpelweg omdat dit altijd mijn droom was. Ik schreef de brief op roze papier, want ik had niets anders in huis en er was haast bij. Dat roze velletje bleek mijn redding. Iedereen op de redactie wilde weten welke idioot een sollicitatiebrief op roze papier had geschreven! En zo werd ik uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens het gesprek gaf ik aan dat ik een snelle leerling was en ik vroeg of ze me alsjeblieft een kans wilden geven. Tot mijn grote vreugde mocht ik aan de slag. Na een paar honderd artikelen voor de krant te hebben geschreven, besloot ik journalistiek te gaan studeren. Dat wilde ik in deeltijd gaan doen, zodat ik mijn baan kon behouden. De enige goede hbo-opleiding bleek aan de andere kant van het land te zitten. Dat betekende dat ik zeshonderd kilometer per week zou moeten rijden om naar school te gaan. Iedereen verklaarde me voor gek. “Dat ga je nooit vier jaar lang volhouden,” zeiden ze. Hoewel ik er makkelijk over dacht, heb ik de reistijd toch onderschat.
De files op de A2 bleken eindeloos. Dankzij mijn communistische verleden was ik gewend om in lange rijen te wachten, dus ik liet me niet gek maken. En ik hield vol, net zo lang tot ik mijn journalistieke diploma kreeg. Van je handicap je werk maken, is blijkbaar toch mogelijk. Dat ik ooit nog eens schrijfster zou worden, had ik vooraf nooit kunnen bedenken. Mijn moeder riep weleens: “Misschien moet je een keer een boek schrijven”, maar ik wist niet waarover en dacht dat alles al een keer was geschreven. Totdat ik ontdekte dat er helemaal geen goede boeken waren over het communisme. In de boeken die ik vond, stonden wel de feiten maar niet de beleving. Vrienden stelden mij ook vaak rare vragen. Om alle vooroordelen weg te nemen, besloot ik een toegankelijk humoristisch boek te schrijven over het communisme: Communisme, seks en leugens. Na afloop van een lezing die ik over dit boek gaf, kwam een vrouw naar me toe die slachtoffer was geweest van vrouwenhandel. Ik was zo geraakt door haar verhaal, dat ik besloot om haar verhaal op te gaan schrijven. Dat werd mijn tweede boek: Man is stoer, vrouw is hoer. Het boek bracht veel te weeg: opeens werd ik plat gebeld door andere slachtoffers. Het waren allemaal meisjes die mij vertrouwden en die mij hun schokkende verhalen wilden vertellen over loverboys en prostitutie. Dat resulteerde in de opvolger Vrouwen te koop. Dankzij dit boek kwamen er Kamervragen en meer hulp voor slachtoffers. Daarna volgden nog een reeks boeken, waaronder de bestseller Het duivelskind: een waargebeurd verhaal over foute ouders, falende jeugdzorg en omstanders die hun ogen sluiten. Tot slot schreef ik het boek Komt een vrouw bij de hacker: over het gemak waarmee je identiteit gestolen kan worden en hoe je dat kunt voorkomen. Inmiddels geef ik regelmatig lezingen over mijn boeken. Daarnaast redigeer ik ook schrijfwerk van andere schrijvers.
3. Ben je problemen tegengekomen toen je ondernemer wilde worden?
Ik ben min of meer door het schrijven van boeken in het ondernemerschap gerold. In die zin ging dat redelijk vanzelf.
4. Wat zijn de verschillen tussen het ondernemen in Nederland en Bulgarije?
Ik moest heel erg wennen aan Nederland. Als braaf communistisch meisje, opgegroeid in een armoedig systeem, zag ik hoe de westerlingen op grote voet leefden met geleend geld. Afbetalen? Dat was een zorg voor later. Waar ik ook erg aan moest wennen, waren de vreemde gesprekken. Hier verwacht niemand dat je echt antwoord geeft op de vraag hoe het met je gaat. Het enige juiste antwoord lijkt: “Goed hoor”, vaak met de toevoeging “Druk-druk-druk”. Verder verbaasde ik me over de verkopers in de winkels: “Waarom lachen zij voortdurend, wat valt er te lachen?” Door het opgroeien in Oost-Europa kende ik alleen maar chagrijnig kijkende verkopers. Pas later begreep ze dat de klant hier koning is.
Alles rond het ondernemerschap vind ik hier goed geregeld. Startende ondernemers hebben veel voordelen, zoals vrijstellingen. Je hoeft geen starterskapitaal te hebben om te beginnen en de belasting die je betaalt, gaat op basis van omzet. In Bulgarije heb je als ondernemer veel meer administratie. Zodra je daar een foutje maakt, kun je enorme boetes krijgen. Daar wordt ook veel meer gecontroleerd. Verder vind ik de Bulgaren opener en spontaner. Ze hebben minder te verbergen. Je kunt gerust de vraag stellen: “Wat verdien je?” In Nederland doe je dat niet snel.
5. Wat vind je typisch Nederlands als het gaat om zaken doen en ondernemen?
Het sluiten van compromissen, het poldermodel, weinig hiërarchie en de softe aanpak van problemen.
6. Wat heb je meegenomen vanuit de Bulgaarse en de Nederlandse cultuur?
Vanuit Bulgarije de spontaniteit en vanuit Nederland ‘afspraak = afspraak’.
7. Wil je ooit terug naar Bulgarije?
Op dit moment niet. Hoewel ik wel blij ben dat ik in armoede ben opgegroeid: in een wereld waarin het niet uitmaakt of je leuke kleren draagt, zolang je zelf maar leuk bent. Als je het communisme niet hebt meegemaakt, kun je je niet voorstellen hoe het is om bang te zijn voor een politieagent – maar ook niet hoe blij je kunt zijn met een product dat schaars is.
8. Wat is het geheim van je succes?
Mijn doorzettingsvermogen.
9. Wat is je favoriete stuk fruit en waarom? #tuttifrutti
De watermeloen omdat hij sappig, fris en verrassend lekker is.
10. Wat is je favoriete Hollandse product en/of locatie?
De Nederlandse man: mijn geëmancipeerde, nuchtere, vrolijke man die gewoon de vaatwasser uitruimt als dat nodig is. En mijn favoriete locatie: Heemskerk. Niet te stads, niet te dorps en vlakbij Amsterdam en Schiphol.
TIPS van Maria
1. Doe datgene waarin je gelooft
2. Laat je niet ontmoedigen door mensen die niet geloven dat je zult slagen
3. Gebruik social media
4. Maak gebruik van hashtags op Twitter om zowel je kennis als je netwerk te vergroten
5. Help mensen zonder iets terug te verwachten; de kans is groot dat zij jou ooit ook zullen helpen
Lees ook het blog: Kleine paradijsjes