NAAM: MIRA FETICU
BEDRIJF: MIRA FETICU
IN NEDERLAND SINDS: 2005

Als kind werd de Roemeense Mira Feticu verdrietig, wanneer ze zag dat er in een huis licht brandde: daar zag ze mensen die van elkaar hielden en die met elkaar leefden. Ze hoopte dat ze ooit ook zo’n huis zou vinden. In het internaat waar ze vanaf haar 13e woonde, kreeg ze niet de liefde en aandacht waar ze zo naar verlangde. Het enige wat haar op de been hield, was lezen. Ze was gek op literatuur en schreef al op jonge leeftijd haar eerste gedichten. De liefde bracht Mira naar Nederland. Na een moeilijke periode kon ze uiteindelijk van haar passie haar werk maken. Inmiddels heeft ze drie boeken op haar naam staan.

1. Sinds wanneer ben je in Nederland? 

Sinds 2005. Ik ben in 1973 geboren in Breaza, Roemenië. We leefden in armoede onder het strenge communistische regime. Mijn ouders waren jong toen ze mij kregen, het leven in ons dorp was hard en ze wilden dat ik een beter bestaan kon opbouwen. Daarom werd ik op mijn 13e naar een internaat gestuurd, bijna 100 kilometer verderop. Zo zou ik een goede toekomst krijgen, werd mij voorgehouden. Maar een internaat kan familie niet vervangen. Ik voelde me eenzaam en ontheemd, en heb de eerste maanden alleen maar gehuild. Eén keer deed ik een poging om te vluchten. In het donker klom ik over de muur van het internaat en verstopte me in de trein. Toen ik midden in de nacht aankwam bij mijn huis, wilde mijn vader me niet binnenlaten. Ik moest zeven kilometer teruglopen naar het station: op mijn blote voeten, zodat rondzwalkende dronkenlappen me niet zouden horen. Ik had geen ‘thuis’ meer; het voelde alsof ik geen liefde verdiende. Slechts één keer kwam mijn vader me opzoeken in het internaat. Dat was vlak na een aardbeving. Daarna hoopte ik dat er meerdere aardbevingen zouden volgen. De eindeloze eenzaamheid in het internaat liet diepe sporen na.

2. Hoe ben je ondernemer geworden en waarom? 

Na het internaat vertrok ik naar Boekarest om Roemeense en Franse letteren en Vergelijkende literatuurwetenschap te gaan studeren. Overdag werkte ik als onderwijzeres op school. Van het geld dat ik verdiende, kon ik mijn kamer betalen. Ondanks mijn moeilijke jeugd kon ik genieten van mijn studententijd. Ik was 20 jaar, de leeftijd van de glorie, en vormde samen met mijn medestudenten een nieuwe generatie. Wij zouden Roemenië veranderen en het corrupte systeem omverwerpen. Dankzij ons zou alles veranderen. 
Maar mijn leven nam een totaal andere wending: in 1998 werd ik verliefd op een Nederlandse medestudent. Ik dacht nooit te zullen trouwen. Roemeense mannen kunnen heel macho zijn en daaraan had ik niet zoveel behoefte. Maar ik merkte dat deze Hollandse man anders was. De eerste jaren van ons huwelijk bleven we in Roemenië, waar ik na mijn studie werkte als radiomaker en publicist. Daarnaast bleef ik zelf verhalend proza schrijven, waarvoor ik diverse nominaties ontving. 
Intussen miste mijn man de Nederlandse wateren. Ik begreep hem niet. We woonden toch naast een rivier? Wat zeurde hij nou? Pas toen we in 2005 naar Nederland verhuisden, begreep ik wat hij bedoelde.
Het begin in Nederland was heel moeilijk, ik kon niet wennen. Het verleden achtervolgde me. Ik had nogal wat te verwerken. De nacht werd mijn vijand: ik sliep slecht, raakte in een depressie en tot overmaat van ramp eindigde mijn huwelijk in een echtscheiding.
Als schrijver ging ik de strijd aan met de Nederlandse taal. Nu, tien jaar later, werk ik elke dag met boeken en literatuur, onder meer als producent van de Haagse literaire show Literatuur Late Night, gepresenteerd door Abdelkader Benali en Jeroen Vullings. En ja, ik schrijf inmiddels in het Nederlands. In 2012 verscheen mijn eerste boek Lief kind van mij. Daarna volgden De ziekte van Kortjakje en Tascha – De roof uit de Kunsthal. Daarnaast schrijf ik regelmatig columns voor TPO en Den Haag Centraal.

3. Ben je problemen tegengekomen toen je ondernemer wilde worden?

Uitgevers en boekhandels zitten niet te wachten op een Roemeense schrijfster. Ook al heb je een verhaal, je moet vooral veel geluk hebben. Het geluk dat je mensen ontmoet die in jou geloven. Ik heb geleerd brutaal te zijn en door een raam te klimmen, als de deur niet opengaat. In mijn privéleven ben ik bescheiden, teruggetrokken en introvert. De schrijfster Mira Feticu heeft geleerd brutaal te zijn en te durven.

4. Wat zijn de verschillen tussen ondernemen in Nederland en Roemenië?
De bureaucratie en de corruptie: in de Roemeense kranten lees je bijna nooit een eerlijk verhaal over ondernemers! Met eerlijkheid breek je niet door de bureaucratische muur in Roemenië heen die tussen jou en je doel staat. Maar ben je bereid smeergeld te betalen, corrupt te worden? Dan is er in Roemenië een markt voor je. Ook de doelen verschillen vaak: in Roemenië willen de meeste ondernemers vooral snel rijk worden. In Nederland willen ondernemers vaak iets creëren, iets opbouwen. Het viel me op dat Nederland beleggers heeft en Roemenië meer speculanten. Een speculant profiteert van het moment. Roemenen geloven meestal dat het lot je leven bepaalt. Nederlanders zijn pragmatischer: bij problemen zoeken ze naar een oplossing en gaan daarmee aan de slag.

5. Wat vind je typisch Nederlands als het gaat om zakendoen en ondernemen? 
Typisch Nederlands vind ik ’zegeltjes sparen’! De spaarzegel kent een lange geschiedenis, die in 1904 begon, toen Koekjesfabriek Verkade voor het eerst met plaatjes kwam voor sprookjesalbums. Sparen en kopen voelen beide voor mij nog steeds als een luxe. In mijn kindertijd kon je in Roemenië niets kopen. Voor brood, gas, olie of suiker had je bonnen nodig. Dat waren communistische ‘spaarzegels’. Raakte je de bonnen kwijt, dan had je een groot probleem. Ooit raakte ik een bon voor een gasfles kwijt. Dat betekende drie maanden geen gas voor het fornuis. Uit angst voor mijn vader klom ik hoog in een boom, waar ik uren wachtte totdat zijn woede was gezakt.

6. Wat heb je meegenomen vanuit de Roemeense en de Nederlandse cultuur? 

Roemenië heeft me gevormd, maar Nederland heeft mij kansen gegeven. Doordat in Nederland alles zo goed is geregeld, is er ruimte voor geluk. Die ruimte had ik in Roemenië niet, simpelweg omdat ik daar moest overleven. Wat dat betreft begin je in Roemenië met -3, en in Nederland met +7.

7. Wil je ooit terug naar Roemenië? 

Nee. Feitelijk ben ik op mijn 13e al geëmigreerd. Ontheemd, weggerukt uit mijn huis, waarvan ik dacht dat het een thuis was. Als kind werd ik verdrietig, wanneer ik zag dat er in een huis licht brandde: daar zag ik mensen die van elkaar hielden en met elkaar leefden. Ik hoopte dat ik ooit ook in zo’n huis zou wonen. Gelukkig heb ik dat huis gevonden, waar ik als kind zo naar verlangde: met dezelfde man met wie ik ooit trouwde (we zijn weer bij elkaar), een kind, een hond en een kat. Ik ben blij dat ik überhaupt nog leef en dat ik hier een mooi leven heb kunnen opbouwen. 
Ik slaap nog steeds slecht: door mijn verleden spelen ‘s nachts oude angsten op en houden me wakker. Als je opgroeit in een dictatuur, blijf je altijd op je hoede. Het troost me echter dat mijn dochter wel goed kan slapen. Zij heeft een leven dat niet op mijn jeugd lijkt. Haar leven is zonder angst. Daar ben ik Nederland heel dankbaar voor.
 
8. Wat is het geheim van je succes? 

Alles wat ik ben, is Roemeens. En wie ik ben, mag ik in Nederland laten zien. Ik heb hier iets te vertellen, juist omdat ik anders ben.



9. Wat is je favoriete fruit en waarom? #tuttifrutti
Frambozen. Die doen mij denken aan mijn opa. Er groeiden frambozen in zijn tuin. Als kind ging ik soms wel twee keer per dag kijken of ze al rijp waren.

10. Wat is je favoriete Hollandse product en/of locatie? 

Mijn favoriete Hollandse product is mijn dochter: een Hollands kind met een Roemeense moeder. Vanaf haar tweede jaar is zij hier opgegroeid. Ik bewonder haar om wie ze geworden is.
Mijn favoriete Hollandse plek is mijn ‘thuis’, hier in Nederland.

Tips:
1) vergeet nooit waar je vandaan komt
2) vergeet niet wie je bent
3) durf dromen te hebben
4) geloof in jezelf en luister niet naar degenen die niet in jou geloven
5) wees goed voor degenen die het minder hebben dan jij
6) wees eerst mens en dan pas ondernemer

Lees ook het blog: Als de nacht je vijand is…


“In Roemenië begin je met -3, in Nederland met +7”