Italie Chino Tonin boek Tutti frutti, het succes van kleurrijk en ondernemend Nederland

NAAM: CHINO TONIN (rechts op de foto)
BEDRIJF: TONIN
IN NEDERLANDS SINDS: GEBOORTE

Chino Tonin is de vierde generatie van een Italiaanse familie terrazzowerkers in Nederland. Zijn overgrootvader kwam in 1934 naar Nederland en sindsdien wordt het vak van zoon op zoon overgebracht. Terrazzo is een Italiaanse vinding uit de streek Friuli: korrels van marmer, graniet en andere stoffen worden verwerkt tot een eindproduct dat wordt gebruikt voor vloeren en aanrechtbladen, echt een ambacht. Waar in Italië terrazzowerkers als gewone bouwvakkers worden beschouwd, worden zij in Nederland op waarde geschat en oogsten veel respect en bewondering. Samen met zijn vader runt Chino het familiebedrijf Tonin. Zijn moeder neemt de administratie voor haar rekening. Voor hem is Nederland dankzij alle wet- en regelgeving een prettig land om in te ondernemen, al kiest hij vanwege diezelfde wetten en regels er bewust voor geen personeel aan te nemen. Naast het familiebedrijf is hij ook gestart met wijnhandel Vino Friulano, waarmee hij speciale wijn uit Friuli aan restaurants en cateraars levert.


1. Sinds wanneer ben je in Nederland?

Ik ben hier in Nijmegen geboren.

2. Hoe ben je ondernemer geworden en waarom?
In de crisisjaren rond 1930 trokken 1.600.000 Italianen uit de streek Friuli (vlak bij Venetië) weg om verspreid over de hele wereld werk te gaan zoeken. Mijn overgrootvader vestigde zich in 1934 in Arnhem en zijn gezin volgde al snel. Na eerst in loondienst te hebben gewerkt, startten ze met hun familiebedrijf Tonin. Mijn opa Nello breidde in de jaren 70 het werk uit met pleister- en stukadoorswerk voor nieuwbouw en restauratie. Hij ontmoette mijn oma in Italië en vlak na de oorlog kwam ze mee naar Nederland, twintig jaar oud en met niet meer dan een klein koffertje bij zich. Ze kregen twee kinderen, waaronder mijn vader die het bedrijf van mijn opa heeft voortgezet. Hij ging regelmatig naar Italië om de fijne kneepjes van het vak te leren. Mijn vader trouwde een Nederlandse vrouw en kreeg met haar drie kinderen, waaronder een zoon, ik dus. Samen met mijn vader run ik nu een Italiaans familiebedrijf, gespecialiseerd in een echt Italiaans ambacht. Wie een voorbeeld van ons terrazzowerk wil zien: ga naar het Kurhaus in Scheveningen. Hard werken (vroeger was het lichamelijk zware arbeid, nu gaat bijna alles met machines) en ondernemen is mij dus met de paplepel ingegoten.

3. Ben je problemen tegengekomen toen je ondernemer wilde worden?
Niet op het gebied van ondernemen.

4. Wat zijn de verschillen tussen het ondernemen in Nederland en Italië?
Italianen zijn veel gevoeliger voor status en hiërarchie, belangrijke families en politici. In Italië is de baas de baas en haal je het niet in je hoofd om over hem te klagen. Zelfs een vrije dag vragen is spannend, want als je moeilijk doet, kun je meteen je baan kwijtraken. In Nederland kun je niet zomaar ontslagen worden, met als gevolg dat men veel minder ontzag en respect heeft voor de ‘baas’. Ik heb in Nederland bij mijn collega-ondernemers gezien hoeveel problemen je met personeel kunt hebben: van slecht personeel kom je moeilijk af. Daarom werk ik met mijn vader liever twee keer zo hard dan dat ik personeel aanneem. Als je in Nederland onterecht je baan kwijtraakt, kun je naar de vakbond gaan. In Italië zijn er ook vakbonden – maar dat zijn weer vriendjes van de grote bazen, dus kun je je bij een arbeidsconflict maar beter een beetje gedeisd houden. Ben jij in Italië de zoon van een belangrijke politicus, dan kun je zomaar 10.000 euro per maand meer verdienen dan je collega die daar een diploma voor heeft gehaald. Vriendjespolitiek en corruptie zijn, denk ik, de grootste oorzaken van de economische crisis in Italië. Ik vraag me af of dat ooit opgelost gaat worden. Zolang de mensen aan de top elkaar de hand boven het hoofd blijven houden, worden de rijken steeds rijker en de armen steeds armer. Ik geloof ook niet in financiële steun van Nederland aan Zuid-Europese landen, laat ze hun eigen boontjes maar doppen.
En al heeft het dan niets met ondernemen te maken: ik blijf me verbazen over de Nederlandse eetcultuur en ben daar niet de enige buitenlander in. Italianen geven meer om de kwaliteit van eten en drinken dan om de kwantiteit. ’s Middags en ’s avonds zitten wij echt een uur aan tafel met de familie. Hetzelfde geldt voor kleding, Italianen houden van mooie kleding van een goede kwaliteit. Ze zijn ten slotte trots op wie ze zijn en willen dat graag laten zien.

5. Wat vind je typisch Nederlands als het gaat om zaken doen en ondernemen?
Ik vind Nederland een fijn land. Het is schoon en netjes, alles is goed geregeld, iedereen is gelijk, er zijn regels en wetten waar iedereen zich aan moet houden en dat is heel prettig.
Hier geldt: ‘afspraak is afspraak’ en ‘een contract is een contract’. Nederland is het land van de regels, de wetten en de afspraken, Italië is het land van de ‘trucjes’.

6. Wat heb je meegenomen vanuit de Italiaanse en de Nederlandse cultuur?
Van de Italiaanse cultuur: mijn Bialetti koffiekannetje (percolator). Vanuit de Nederlandse cultuur de degelijkheid.

7. Wil je ooit terug naar Italië?
Wij hebben nog steeds sterke banden met de streek waar we oorspronkelijk vandaan komen, want een van mijn zussen is teruggegaan naar Friuli. Ik ga er graag op bezoek, maar blijf in Nederland wonen.

8. Wat is het geheim van je succes?
Ik werk hard en kom mijn afspraken na, ook al moet ik daardoor in het weekend doorwerken. Ik pak alle klussen aan.Kortom: gewoon goed je werk doen.

9. Wat is je favoriete stuk fruit en waarom? #tuttifrutti
De appel!

10. Wat is je favoriete Hollandse product en/of locatie?
Als locatie de binnenstad van Arnhem en als product de uitsmijter.


TIPS van Chino

1. Leer de taal
2. Accepteer de cultuur
3. Meng je onder de Nederlanders
4. Laat zien dat je iets komt brengen in plaats van halen
5. Blijf scherp en wees niet bang te ondernemen

Lees ook het blog: Wie is hier de baas?

Dit interview is gepubliceerd in het boek Tutti frutti (2013)

“Nederland is het land van de regels, Italië is het land van de trucjes”